Een pup in huis, superleuk natuurlijk, maar het brengt ook veel werk met zich mee. Één van de onderwerpen die wij (als mens) erg belangrijk vinden is het zindelijk krijgen van jouw pup. Gelukkig denkt de pup hier van nature hetzelfde over. Van nature heeft een hond namelijk de voorkeur om niet zijn eigen ‘nest’ te bevuilen. In eerste instantie, als de pups nog te klein zijn, maakt de moeder niet alleen de pups, maar ook het nest schoon. Zo eet ze bijvoorbeeld de poep van haar pups op. Heel logisch eigenlijk, want in een vies nest kunnen ziektes eerder de kop opsteken. Als de pups ouder worden, leren ze, dat zij buiten het nest hun moeten behoeftes doen.

Omdat de ontwikkeling van de zindelijkheid dus al begint vanaf het moment dat de pups het nest zelfstandig kunnen verlaten, heeft het grote invloed hoeveel moeite die de fokker hierin heeft gestoken. Als je dit nog niet hebt gedaan en nog in de gelegenheid bent, vraag de fokker (als je dit nog niet hebt gedaan, en nog in de gelegenheid bent) eens hoe zij hier mee bezig zijn geweest. Als de pup een bepaald ritme gewend is (en indien je dit door kan zetten), kan dit de zindelijkheidstraining ten goede komen.

Het nest schoonhouden is dus een natuurlijk behoefte van de hond. Echter is een heel huis veel groter dan het oorspronkelijke ‘nest’. Zindelijkheidstraining in de bench (’s nachts) zal dan ook vaak sneller en makkelijker gaan dan als de pup los in huis loopt. Maar je pup kan natuurlijk niet de hele tijd in de bench zitten. Je zal jouw pup dus moeten leren dat het niet binnen maar buiten de bedoeling is om zijn behoefte te doen.

Pups kunnen nog niet zo lang hun plas en poep ophouden en als ze moeten, moeten ze ook direct. Tijd om nog even rustig spullen te pakken, is er dan ook niet. Zorg hierom dat als je bezig bent met de zindelijkheidstraining je makkelijk ‘aantrekbare’ spullen klaar hebt liggen voor jezelf. Denk hierbij aan klompen, (Crocs)/slippers en een makkelijke jas. Je hoeft echt niet elke keer met je pup te wandelen, zolang je hem maar snel buiten kan zetten op het plekje waar de behoefte gedaan mag worden.

Hele jonge pups hebben een zogenaamde ‘plasstop’. Dit wil zeggen als de pup plast en je tilt hem op, het plassen ook stopt. Hier kan je dus heel handig gebruik van maken. Ben je onverhoopt toch te laat met het buiten laten plassen van de pup en gebeurt het binnen, til de pup dan op en zet hem naar buiten. Buiten kan hij dan verder uit plassen (neem hier wel de tijd voor).

De ‘plasstop’ verdwijnt ook weer. Bij pups rond de 12 weken (de ene pup wat eerder dan de andere) zal de ‘plasstop’ verdwijnen. Dit wil zeggen dat de pup gewoon door blijft plassen als je hem optilt.

Tip: Let hierop, want anders loop je met een plassende pup door huis en dit is veel meer schoonmaakwerk.

De blaas van je pup is een spier, als deze spier zich aanspant (en de sluitspier zich niet aanspant) wordt er dus geplast. Zowel de blaas is nog niet getraind om grotere hoeveelheden langere tijd vast te kunnen houden. Als dat de sluitspier nog niet getraind is om zich te blijven aanspannen (bij ontspanning wordt er geplast). Je kan er dus van uitgaan dat bij elke vorm van spierspanning er geplast moet worden. Houdt vooral rekening dat je pup moet plassen: na het slapen, na het spelen en na het eten. Jonge pups moeten ongeveer elk uur plassen. Als de spieren beter onder controle zijn, kan de pup zijn plas ook beter ophouden en kun je de tijd oprekken.

Het makkelijkste krijg je jouw pup zindelijk door een aparte wc-plek te maken. Dit kan bijvoorbeeld in de tuin, maar ook op het stukje gras vlakbij huis. Houdt wel rekening met de hoeveelheid prikkels. Is de wc-plek gelegen aan een drukke weg? … dan is de kans minder waarschijnlijk dat je pup hier de rust vindt om zijn behoefte te doen. Elke keer als jouw pup zijn behoefte moet doen, breng je hem naar zijn wc-plekje. Hier blijf je rustig staan, met jouw pup aan de lijn. Als je te ver gaat lopen zal je pup afgeleid raken en zijn behoefte niet kunnen doen.

Nadat jouw pup ‘uitgeplast’ is, kun je hem uitgebreid belonen. Dit belonen kun je doen door een complimentje te geven, maar ook door een koekje te geven. Jouw pup moet het als een beloning zien, dus de pup bepaald ook het soort beloning. Maar let op dat je niet te vroeg bent met belonen. Als jouw pup nog aan het plassen is en je wordt dan enthousiast, zal je pup stoppen met plassen. Eenmaal thuis, is de blaas nog niet leeg en zal er alsnog een plasje gedaan (moeten) worden.

Het zindelijk maken van een pup kan een aantal weken tot een aantal maanden duren. Dit is afhankelijk van meerdere factoren.

Ongelukjes kunnen natuurlijk gebeuren. Ook als het heel goed gaat met de zindelijkheidstraining kan er natuurlijk weleens een ongelukje gebeuren. Dit kan zelfs totdat de pup één jaar is. Belangrijk is om ongelukjes niet te bestraffen. De pup zal niet sneller leren om zindelijk te worden door hem straf te geven. Maar zal wel leren dat jij hier boos om wordt. Hierdoor zal hij zijn plasjes ‘stiekem’ gaan doen. Dit kan dus zijn als jij niet kijk in een andere ruimte, maar ook op een plek waar je het niet snel ziet, bijvoorbeeld achter de tafel of bank.

Vanzelfsprekend is het moeilijker om je pup zindelijk te krijgen als je niet kunt reageren op wat je ziet omdat hij zich gaat verstoppen. Het straffen van ongelukjes kan dus zelfs het zindelijk krijgen van je pup tegenwerken.