Leren lopen aan de lijn

Met een hond moet je wandelen.

Veel vragen die gesteld worden door puppyeigenaren gaan over wandelen aan de lijn. Toch zijn deze vragen erg uiteenlopend. De ene eigenaar vraagt zich af hoe je de hond niet leert trekken, terwijl de andere eigenaar niet vooruitkomt omdat de pup steeds gaat zitten. Ook er altijd vele vragen over hoelang een pup mag/moet wandelen.

Buiten lopen betekent (positieve) ervaringen opdoen.

De pup is net bij jou in huis. Hij heeft hiervoor samen met zijn moeder, broers en/of zussen bij de fokker gezeten. Als de fokker hier aandacht aan heeft besteed zijn de pups al een aantal keer buiten in de tuin wezen ontdekken. Misschien heeft de fokker zelfs al met de pups buitenshuis uitstapjes gemaakt.

Nu de pup bij jou in huis is, heeft hij een hele nieuwe wereld te ontdekken. Alles is anders: de gezinssamenstelling, het ziet er anders uit in huis, alles ruikt anders. Dit is al best wel heel wat voor zo’n klein hummeltje. Daarnaast willen wij graag ook al dat de pup buiten plast als hij in huis komt en daar hoort natuurlijk ook een wandelingetje bij. Echter zijn naast alle indrukken binnenshuis, buiten nog ‘vééééél’ meer indrukken. Dit kan voor sommige (de meeste) pups dan ook beste wel veel zijn.

Het gaat de eerste periode niet om kilometers maken, maar om buiten (positieve) indrukken en ervaringen op doen.

De pup geeft aan hoeveel hij aankan.

Alleen jouw pup kan voelen hoeveel hij aankan. Jij als nieuwe eigenaar hebt hierom de taak om goed te kijken naar jouw pup en in te schatten of er nog meer kan óf dat het voor dat moment genoeg geweest is. Krijgt jouw pup te veel te verwerken, zal de ervaring niet (of minder) positief worden. Als alle indrukken veel zijn voor jouw pup kunnen er twee dingen gebeuren.

• Jouw pup gaat op zijn gemakje zitten kijken naar alles. Naar een langskomende fietser, een auto of zelfs een blaadje. Het is heel belangrijk om je pup ‘uit te laten kijken’. Als je bijvoorbeeld ziet dat er naar een fietser gekeken wordt, ga dan bij je pup staan of hurk zelfs even door je knieën. Wacht samen tot de fietser voorbij is en vraag hierna of je pup mee gaat. Dit kan je doen door een leuk stemmetje op te zetten, hem met een hand gebaar uit te nodigen en hierbij bijvoorbeeld het woord ‘kom je’ te gebruiken. Uiteindelijk leert de pup dan, dat er bij de woorden ‘kom je’ gelopen kan worden. Dit kan je dan later als commando in gaan zetten. Het is belangrijk om jouw pup te laten kijken, omdat hij zo de wereld leert kennen. Als hij zichzelf wat zekerder voelt, zal niet iedere fietser indrukwekkend zijn en wordt er vanzelf minder vaak gezeten.
• Het kan ook zo zijn dat jouw pup tijdens de wandeling of bij thuiskomst van de wandeling gaat bijten (in de riem) en de zogenaamde ‘dolle 5-minuten’ krijgt. Ook dit heeft met het verwerken van prikkels te maken. Als dit gebeurt tijdens of direct na het wandelen, kun je ervan uitgaan dat de wandeling te prikkelvol is. Bij de volgende wandeling moet je dus eerder ingrijpen. Tijdens de wandeling kun je, om dit te voorkomen, bijvoorbeeld wat snuffelspelletjes doen. Bij thuiskomst kun je jouw pup wat te kauwen aanbieden. Kauwen, likken en snuffelen zorgen voor rust.

Niet trekken aan de lijn!

Belangrijk is om eerst duidelijk te krijgen waarom jouw pup trekt. Wordt er getrokken om iets te kunnen bereiken wat leuk is: thuis, een stokje, een lekker plekje om te ruiken of ‘gewoon’ vooruit, dan moet je ervoor zorgen dat de pup hier geen succes van ondervindt. Dus… niet doorlopen naar het gene waar je pup heen wil.

Er wordt getrokken naar iets toe

Stap 1 –   Zorg dat je niet doorloopt naar het gene wat je pup wil bereiken.
Stap 2 –   Blijf stil staan, of loop juist van de (leuke) prikkel af. Hierbij zeg je niks tegen je pup. Leg dus vooral niet met woorden uit dat trekken niet de bedoeling is, want jouw pup verstaat toch geen Nederlands.
Stap 3 –   Wacht tot het moment dat jouw pup weer aandacht voor jou heeft. Op het moment dat je contact hebt, mag je belonen met je stem en/of met wat lekkers.
Stap 4 –   Terwijl je de beloning geeft zorg je ervoor dat je tegelijk aan het wandelen bent. Je wil belonen voor het netjes lopen. Dus doe dit vooral als je loopt!

Het kan ook zo zijn dat jouw pup aan de lijn trekt omdat hij van iets weg wil, dit wordt meestal veroorzaakt door angst. Als dit het geval is, zul je eerst van de prikkel af moeten wenden/lopen. Reageer direct, wacht dus niet tot de pup niet meer trekt. Door te blijven staan bij de spannende prikkel kan de angst alleen maar toenemen. Loop direct maar kalm van de prikkel af en ga op, een voor de pup veilige afstand, ontspanningsoefeningetjes doen. Tot de pup weer ontspannen en kalm is.

Aandachtspunten!

• Als jouw pup het moeilijk vindt om vanaf thuis weg te lopen voor een wandeling, kun je ook eens proberen jouw pup op te tillen en een stukje verderop (eind van de straat) te beginnen met wandelen. Vaak vinden pups dit makkelijker omdat ze dan niet hun veilige huis hoeven achter te laten.
• Wat je niet aanleert hoef je ook niet af te leren! Als je jouw pup niet aanleert dat het succesvol is om te trekken, dan zal het trekken ook minder een probleem worden. Ook bij het naar binnen lopen van bijvoorbeeld de hondenschool (of andere leuke dingen) blijf er op letten dat de pup geen succes heeft van het trekken.
• Wandel altijd met een ontspannen lijn. Hiervoor wordt er een vaste lijn van twee meter aangeraden. Deze lijn zorgt ervoor dat je altijd de lijn in een boogje kan laten hangen. Ook als je pup blijft staan, zorg je voor een boogje in de lijn. Hoe minder jouw pup gewend raakt aan spanning op de lijn, hoe eerder hij reageert op het moment dat het wel zo is (en nodig is).
• Een flexi-lijn zorgt ervoor dat je jouw pup juist het tegenovergestelde leert van het niet trekken aan de lijn, namelijk wél trekken aan de lijn. De pup heeft succes van het creëren van spanning op de lijn, want hij kan verder weg lopen. Hierom worden flexilijnen ook afgeraden tijden de normale wandelingen.