Vaak wordt het trekken aan de lijn, met de ‘Check-in’ oefening al een heel stuk minder. Toch komt het voor dat jouw hond wel eens trekt op bepaalde specifieke momenten. Op deze momenten kan je één van deze drie technieken toepassen.
Het doel
Het doel van deze technieken is om jouw hond de ontspanning van de lijn op te laten zoeken wanneer deze strak komt te staan. Jouw hond leert hierdoor niet direct naar elke (leuke) prikkel toe te willen trekken.
Er zijn drie redenen waarom een hond trekt:
Meest voorkomende reden. Jouw hond wil ergens naar toe: hij wil snuffelen, ‘hoi’ zeggen tegen iemand op straat, hij wil op een bepaalde plek plassen, enz. Als deze reden van toepassing is, kan je een van de onderstaande methoden toepassen. Je wilt jouw hond dan uitleggen dat spanning op de lijn geen ‘zin’ heeft. En jouw hond op deze manier niet krijgt wat hij graag zou willen.
Reden twee. De hond wil ergens vandaan. Hij vindt een situatie spannend en wil weg, bijvoorbeeld: een andere hond, een hard geluid, een tunnel. Als dit de reden van trekken is, gebruik je deze methoden niet. Je wil in dit geval, eerst zorgen dat jouw hond weer ontspant. Het trekken aan de lijn is dan het gevolg van angst. Verdwijnt de angst, dan verdwijnt het trekken aan de lijn ook.
De logische reden. De hond vindt de wandeling saai en/of het wandel tempo is te laag. Honden lopen van nature een ander tempo dan mensen. Vaak sneller, maar ook met veel tempowisselingen. Bij het aan de lijn wandelen vraag je jouw hond dus eigenlijk iets wat natuurlijk gezien niet in zijn straatje past. (realisatie momentje :)) Tip: pas afwisseling in wandel tempo en beweging toe, hierdoor blijft de wandeling leuker voor jouw hond.
De opbouw
Eerste methode – Achteruit lopen
Bij deze methode stop je op het moment dat jouw hond trekt. Je loopt direct achteruit, van de prikkel af.
Hierbij neem je jouw hond mee. De afstand van jouw hond tot de prikkel wordt hierbij dus groter.
Er komt een moment waarop jouw hond weer naar jouw kijkt.
Dit kijken bevestig met jou stem. Je loopt ondertussen weer naar voor, en houdt hierbij de aandacht van jouw hond vast (door te blijven praten).
Je beloont vooruitlopend met een losse lijn!
Tweede methode – Rond draaien
Bij deze methode stop je direct op het moment dat jouw hond trekt. Je pakt hierbij de lijn kort.
Je laat jouw hond je lege hand volgen. Hierbij stuur je om jezelf heen. Je draait dus samen met jouw hond een rondje, met jouw hond aan de buitenkant van jou.
Verbreekt jouw hond het contact met de (leuke) prikkel, dan bevestig je dit gedrag met jouw stem. Je houdt de aandacht van jouw hond vast.
Je beloont vooruitlopend met een losse lijn!
Derde methode – Stilstaan en wachten (bij overprikkeling)
Deze oefening kan alleen gebruikt worden bij voldoende afstand van de prikkel.
Stop direct met lopen als jouw hond trekt. Wacht tot jouw hond weer (uit zichzelf!!!) contact met jou maakt.
Let op: dit kan soms behoorlijk lang duren, maar blijf echt wachten. Tot het moment dat jouw hond weer de goede keuze maakt.
Zodra hij de juiste keuze maakt en naar jou kijkt, bevestig je dit met jouw stem. Je loopt weer naar voren, terwijl je de aandacht van jouw hond vast houdt.
Je beloont vooruitlopend met een losse lijn!
Video
De uitbouw
Tijdens de wandeling wissel je deze drie methoden af. Je gaat op onderzoek uit welke methode het beste werkt bij jouw hond of misschien wel afhankelijk van de situatie. De oefening die voor jullie samen goed werkt, kan je dan vaker inzetten. Later ook in combinatie met de aandachtsoefeningen.